Het is zomaar op een
avond dat ik samen met een Wordfeud maatje al chattend wat mijmerde over het mooie van een
gelegd woord: verzoening.
Al ras volgden onschuld, onbevangenheid, teloorgang, vergeving, mededogen, ‘En onbaatzuchtig, wat vind je daar van, ook zo’n prachtig woord, devotie en deemoedigheid, toegenegen, en toegewijd……. ‘
Al ras volgden onschuld, onbevangenheid, teloorgang, vergeving, mededogen, ‘En onbaatzuchtig, wat vind je daar van, ook zo’n prachtig woord, devotie en deemoedigheid, toegenegen, en toegewijd……. ‘
We waren duidelijk
gelijkgestemd en een beetje beduusd ervan, ontroerd ook wel een beetje. Het was
eigenlijk een heel intieme ontmoeting, zo helemaal onverwachts. En dat terwijl
we elkaar niet persoonlijk kenden.
Zo kan dat dus gaan, dat woorden je rechtstreeks kunnen voeren naar de zachte
plekken van je hart, naar iets in jou dat basaal goed is. En lief. En teder. Een
goedheid die je niet kunt scharen onder
jouw verdienste, maar die simpelweg Gegeven is als je geboorterecht. En die voelbaar
kan worden door woorden ja, maar ook
door muziek, door het zien van
schoonheid in de natuur of in kunst. Maar
ook door goed om te gaan met lijden en pijn.
Kees Klomp deed deze
week een mij zeer inspirerende oproep via Twitter: #durf te lijden. Hij pleit voor een open communicatie over
verborgen lijden. Ik vind dat mooi.
Ik zou eraan toe
willen voegen: durf pijn te hebben en durf je pijn te delen. Ik denk dat ook Kees dat bedoelt.
Lijden ontstaat als
pijn geen plek kan of mag hebben. Pijn
en eraan lijden vormt in mijn eigen
leven een rode draad. Fysieke pijn en ook zielepijn. Ik heb ze leren kennen als een van de poorten
naar liefde. Dat is niet zonder kleerscheuren gegaan. Er zijn vele valkuilen te
ontdekken op de weg van wijs zijn met pijn.
Pijn roept de
diepmenselijke behoefte op aan getroost worden en aan willen troosten. Kinderen
uiten meestal nog direct hun pijn ,niet de pijn over hun pijn. Troosten gaat
dan spontaan, dat doe je vanzelf.
Als volwassene
hebben we het om allerlei redenen afgeleerd om op ons gemak te zijn met pijn. We
willen er vanaf omdat we het als bedreigend zien voor geluk. Zo creëren we ons ongeluk! We gaan lijden aan de
pijn. En als we er al over communiceren,
zit daar vaak de vraag in verpakt; ‘help me
er vanaf’. Die behoefte in zijn kinderlijke vorm geuit, wordt
gemakkelijk als claimend ervaren en
roept pijnlijk genoeg eerder irritatie dan mededogen op. En het is bijna niet te doen, niet af en toe in die
valkuil te stappen. Ik heb er zelf jaren mee geworsteld. Want ga maar na; als
pijn die hele goed verborgen laag van verlangen in jou wakker maakt, naar
iemand die lief voor je is, je troost, omarmt, begrijpt en je pijnen heelt,
wat moet je daar dan mee en wat moet de
ander daar dan mee? Wat zou het mooi zijn als we gewoon konden zeggen:’ wil je
me helpen mijn pijn te beamen, me er mee te verzoenen? ‘
Verzoenen…….. Zouden
we daarom kinderen zo graag een kusje op de pijn geven? Is verzoenen niet
gewoon beamen, Amen zeggen; zo Zij het
en zo mag het zijn……..
Tijdens een van mijn
opleidingen,een aantal jaren terug was
mijn fysieke pijn een kwestie die op dat moment aandacht vroeg. De trainer nodigde
me uit om een half uur lang alleen maar te vertellen, hoe erg het eigenlijk is,
de kwaal te hebben die ik heb. Ze nodigde me uit om te klagen, écht te
klagen. Klagen en tegelijk de pijn
helemaal zelf te dragen. En het was
fantastisch om te doen. Te stamelen; ‘ ja, het is erg om bijna altijd pijn te
hebben, om zo vaak moe te zijn, met zoveel dingen niet echt mee te kunnen doen,
om niet begrepen te worden….’ Hoe langer ik klaagde, hoe dieper ik kon inzinken naar de pijn zelf, in
plaats van te blijven haken bij de klacht over(of eigenlijk tegen) de pijn. Die
pijn werd zachter en veranderde naar een soort van liefheid. Zelfmedelijden
loste op in belangeloosheid. Mijn woorden werden spaarzamer en de stiltes
vulden zich met een ontroering en tederheid, die zich uitstrekte ver buiten
mijn persoonlijke lijden.
En ik zag dat er
zoveel pijn en lijden is. Ik zag hoe pijn een
onvervreemdbaar deel is van het leven is. Heel gewoon, niet speciaal,
niet beter ook dan welk ander aspect van het leven. Maar wel inherent aan mens zijn,
een levend en voelend wezen zijn met een basaal
goed hart. En alweer geen verdienste maar Gegeven.
Verzoenen, het was
een van die mooie woorden die tijdens dat wordfeudspelletje passeerde. En wat mij betreft de sleutel naar het geluk
via de weg van het lijden,van pijn.
Ik herinner me nog als de dag van gisteren Jacobine Geel bij Pauw en Witteman op de avond van die vreselijke
Koninginnendag in Apeldoorn. Zij had de moed om in al die verwarring, commotie,
verontwaardiging en rauwe pijn Rilke te
citeren met zijn woorden :
‘ en toch, in
al dat vallen is er Een die dat alles oneindig teder in zijn handen houdt. ‘
Die oneindige
tederheid, ik wens dat mijzelf en iedereen die dit leest, toe. Ik wens je toe
dat je echt voluit pijn durft te hebben als dat aan de orde is. En dat je de zoete vreugde kunt proeven van de
liefde, die verborgen ligt in alle pijn, als je tot de kern ervan durft door te
dringen.
Afbeelding : 'buigen zonder te breken' Anne-Riet de Boer